Vertaling van hard
onzacht
stug
zwaar
hecht
stevig
vast
moeitevol
moeizaam
zuur
zwaar
Voorbeelden in zinsverband
You must study hard.
Je moet hard leren.
It looks really hard!
Het ziet er heel moeilijk uit!
You work too hard.
Je werkt te hard.
It's hard to believe.
Het is moeilijk te geloven.
Most students study hard.
De meeste studenten studeren hard.
Good students study hard.
Goede studenten studeren hard.
You work hard.
Je werkt hard.
Nancy studied hard.
Nancy studeerde hard.
She worked hard.
Ze werkte hard.
It rained hard all day.
Het regende hard de hele dag door.
To master English is hard.
Engels beheersen is moeilijk.
It soon began to rain very hard.
Het begon al snel zeer hard te regenen.
It's hard to find a suitable translation.
Het is moeilijk een geschikte vertaling te vinden.
It was as hard as rock.
Het was steenhard.
Reality and fantasy are hard to distinguish.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.