Vertaling van hardly
moeilijk
zwaar
Voorbeelden in zinsverband
I can hardly walk.
Ik kan amper wandelen.
Your ideas are hardly practical.
Uw ideeën zijn amper praktisch.
I can hardly hear you.
Ik kan u nauwelijks horen.
It's hardly raining at all.
Het regent nauwelijks.
I can hardly believe it.
Ik kan het moeilijk geloven.
I have hardly any money left.
Ik heb nauwelijks nog wat geld over.
I could hardly tell who was who.
Ik kon nauwelijks zien wie wie was.
The wounded soldier could hardly walk.
De gewonde soldaat kon amper lopen.
Tom could hardly understand what Mary said.
Tom kon nauwelijks verstaan wat Mary zei.
I can hardly make out what he says.
Ik kan amper verstaan wat hij zegt.
There's hardly any coffee left in the pot.
Er is nauwelijks koffie over in de pot.
She could hardly keep from laughing when she saw the dress.
Ze kon haar lach niet bedwingen toen ze het kleed zag.
The express train went by so fast that we hardly saw it.
De sneltrein reed zo snel voorbij, dat we hem nauwelijks zagen.
The express train went by so fast we hardly saw it.
De sneltrein reed zo snel voorbij, dat we hem nauwelijks zagen.
He was born so poor that he received hardly any school education.
Hij werd zo arm geboren dat hij nauwelijks naar school geweest is.