Vertaling van helping
Inhoud:
Engels
Nederlands
helping, relief {zn.}
hulpbetoon
auxiliary, ancillary, beneficial, helpful, subsidiary, support, helping {bn.}
hulp-
His aunt's apple pie was delicious, so he had a second helping.
De appeltaart van zijn tante was heerlijk, dus hij nam een tweede portie.
Whoever thinks: "These days, everyone speaks English" or "The entire world speaks English" without asking what portion of the global population it is that speaks English…
Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau…
helping, portion, serving {zn.}
portie
Would you like another serving?
Wilt u nog een portie?
Can I help?
Kan ik helpen?
Can anyone help me?
Kan iemand me helpen?
to aid, to assist, to help, to benefit, to accommodate, to attend to, to advance, to avail {ww.}
Could you help me?
Kunt u me helpen?
We can help you.
Wij konnen je helpen.
to help, to serve {ww.}
schenken
to facilitate, to help {ww.}
helpen
uithalen
uithalen
Come and help us.
Kom ons helpen.
Will you help them?
Zal je hen helpen?
to help, to serve {ww.}
bedienen
I am helping
to aid, to assist, to help {ww.}
gerieven
helpen
helpen
I am helping
to aid, to assist, to help {ww.}
helpen
I am helping
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
He said he would give a helping hand to them.
Hij zei dat hij hen een handje zou helpen.
His aunt's apple pie was delicious, so he had a second helping.
De appeltaart van zijn tante was heerlijk, dus hij nam een tweede portie.