Vertaling van hemorrhage
Inhoud:
Engels
Nederlands
haemorrhage {zn.}
bloeduitstorting
bloeding
bloeding
to bleed, to hemorrhage, to shed blood {ww.}
aderlaten
to bleed, to hemorrhage, to shed blood {ww.}
bloeden
His wounded leg began to bleed again.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
bleeding, haemorrhage, hemorrhage {zn.}
hemorragie
bloeding
bloeding