Vertaling van high

Inhoud:

Engels
Nederlands
high {bn.}
high
high, lofty, tall {bn.}
hoog 
verheven
high {zn.}
feestroes
high, high-pitched {bn.}
hoog
high, in high spirits {bn.}
goedgehumeurd
goedgeluimd
goedgemutst
high {zn.}
hoogterecord
high {bn.}
hoog
high {zn.}
roes [m] (de ~)
high {zn.}
anticycloon
hogedrukgebied [o] (het ~)
high, high school, highschool, senior high, senior high school {zn.}
atheneum [o] (het ~)
high, mellow {bn.}
hoog
hooggeplaatst
high, mellow {bn.}
hooggelegen
high, in high spirits {bn.}
uitgelaten
brooddronken
jolig
dol
uitbundig
uitzinnig
high, mellow {bn.}
rijp


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Prices are high.

De prijzen zijn hoog.

How high is Mt. Fuji?

Hoe hoog is de Fujiberg?

How high is that mountain?

Hoe hoog is die berg?

He receives a high salary.

Hij verdient een hoog salaris.

Look at this high mountain.

Bekijk deze hoge berg.

Prices are high these days.

De prijzen zijn hoog tegenwoordig.

It's high time for bed.

Het is hoog tijd bedtijd.

The level of the school is high.

Het niveau van de school is hoog.

The rent is too damn high.

De huur is verdorie veel te hoog.

I was kicked out of high school.

Ik werd uit de middelbare school getrapt.

Jump as high as you can.

Spring zo hoog als ge kunt.

The building is one hundred meters high.

Het gebouw is honderd meter hoog.

Who is responsible for high unemployment?

Wie is verantwoordelijk voor hoge werkeloosheid?

Tom has a high threshold for pain.

Tom heeft een hoge pijngrens.

Mary went to a Catholic high school.

Maria ging naar een katholieke middelbare school.