Vertaling van hired man

Inhoud:

Engels
Nederlands
to employ, to hire, to engage {ww.}
huren 
tewerkstellen
in dienst nemen
aanwerven 
aannemen 

I hired
you hired
he/she/it hired

ik huurde
jij huurde
hij/zij/het huurde
» meer vervoegingen van huren

I wanted to hire a coach.
Ik wilde een touringcar huren.
I would like to hire a car.
Ik zou graag een auto willen huren.
to let, to rent out, to rent, to hire, to hire out, to lease {ww.}
verhuren

I hired
you hired
he/she/it hired

ik verhuurde
jij verhuurde
hij/zij/het verhuurde
» meer vervoegingen van verhuren

to hire, to rent {ww.}
huren 
afhuren
charteren

I hired
you hired
he/she/it hired

ik huurde
jij huurde
hij/zij/het huurde
» meer vervoegingen van huren

I need to rent a room.
Ik moet een kamer huren.
I wanted to rent a bus.
Ik wilde een bus huren.
hand, hired hand, hired man {zn.}
boerenknecht [m] (de ~)
to employ, to engage, to hire {ww.}
aannemen

I hired
you hired
he/she/it hired

ik nam aan
jij nam aan
hij/zij/het nam aan
» meer vervoegingen van aannemen

to charter, to engage, to hire, to lease, to rent, to take {ww.}
contracteren

I hired
you hired
he/she/it hired

ik contracteerde
jij contracteerde
hij/zij/het contracteerde
» meer vervoegingen van contracteren

to charter, to engage, to hire, to lease, to rent, to take {ww.}
huur [m] (de ~)
Room for rent.
Kamer te huur.
The rent is too damn high.
De huur is verdorie veel te hoog.
to employ, to engage, to hire {ww.}
tewerkstellen

I hired
you hired
he/she/it hired

ik stelde tewerk
jij stelde tewerk
hij/zij/het stelde tewerk
» meer vervoegingen van tewerkstellen

to charter, to engage, to hire, to lease, to rent, to take {ww.}
bezighouden

I hired
you hired
he/she/it hired

ik hield bezig
jij hield bezig
hij/zij/het hield bezig
» meer vervoegingen van bezighouden

to charter, to engage, to hire, to lease, to rent, to take {ww.}
huren

I hired
you hired
he/she/it hired

ik huurde
jij huurde
hij/zij/het huurde
» meer vervoegingen van huren

to charter, to engage, to hire, to lease, to rent, to take {ww.}
leasen

I hired
you hired
he/she/it hired

ik leasde
jij leasde
hij/zij/het leasde
» meer vervoegingen van leasen



Gerelateerd aan hired man

employ - hire - engage - let - rent out - rent - hire out - lease - hand - hired hand - charter - takeassistant - appoint - recruit - employment - force - act - cause - apply - change - charter