Vertaling van hiss

Inhoud:

Engels
Nederlands
to hiss, to sough, to whir, to whisper, to whistle, to whizz {ww.}
sissen
fluiten 

I hiss
you hiss
we hiss

ik sis
jij sist
wij sissen
» meer vervoegingen van sissen

to boo, to hiss {ww.}
uitjoelen

I hiss
you hiss
we hiss

ik joel uit
jij joelt uit
wij joelen uit
» meer vervoegingen van uitjoelen

bird, boo, bronx cheer, hiss, hoot, raspberry, razz, razzing, snort {zn.}
boe-geroep
boegeroep [o] (het ~)
fizzle, hiss, hissing, hushing, sibilation {zn.}
fluitconcert [o] (het ~)
bird, boo, bronx cheer, hiss, hoot, raspberry, razz, razzing, snort {zn.}
gesis [o] (het ~)
fizzle, hiss, hissing, hushing, sibilation {zn.}
fluitconcert [o] (het ~)


Gerelateerd aan hiss

sough - whir - whisper - whistle - whizz - boo - bird - bronx cheer - hoot - raspberry - razz - razzing - snort - fizzle - hissingderide - rejection - concerto - sound - whistling