Vertaling van holidays
Inhoud:
Engels
Nederlands
holidays {zn.}
feestdagen
We put up the flags on national holidays.
We heisen de vlaggen op feestdagen.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
He had wished her happy holidays.
Hij wenste haar vrolijke feesten toe.
We put up the flags on national holidays.
We heisen de vlaggen op feestdagen.
After much debate, we decided to spend our holidays in Spain.
Na veel overleg beslisten we onze vakantie in Spanje door te brengen.