Vertaling van hook up with

Inhoud:

Engels
Nederlands
to hook, to couple, to hang, to secure {ww.}
haken

I hook
you hook
we hook

ik haak
jij haakt
wij haken
» meer vervoegingen van haken

to clasp, to fasten, to hook {ww.}
vasthaken
to hook {ww.}
aanhaken
vasthaken
haken

I hook
you hook
we hook

ik haak aan
jij haakt aan
wij haken aan
» meer vervoegingen van aanhaken

to hook {ww.}
haken

I hook
you hook
we hook

ik haak
jij haakt
wij haken
» meer vervoegingen van haken

to conjoin, to espouse, to get hitched with, to get married, to hook up with, to marry, to wed {ww.}
trouwen
huwen
She decided to get married to Tom.
Ze besloot met Tom te trouwen.
Will you marry me?
Wil je met me trouwen?
to conjoin, to espouse, to get hitched with, to get married, to hook up with, to marry, to wed {ww.}
trouwen
I want to marry you.
Ik wil met je trouwen.
At about what age do the Japanese marry?
Rond welke leeftijd trouwen Japanners?
to conjoin, to espouse, to get hitched with, to get married, to hook up with, to marry, to wed {ww.}
uithuwelijken
to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
uitkleden
flessen
tillen
pluimen
scheren
snijden
plukken
kaalplukken
bezwendelen
aderlaten
afzetten

I hook
you hook
we hook

ik kleed uit
jij kleedt uit
wij kleden uit
» meer vervoegingen van uitkleden

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
afjatten
afpakken
afpikken
benemen
ontnemen
ontstelen
afnemen

I hook
you hook
we hook

ik jat af
jij jat af
wij jatten af
» meer vervoegingen van afjatten

to accost, to hook, to solicit {ww.}
tippelen

I hook
you hook
we hook

ik tippel
jij tippelt
wij tippelen
» meer vervoegingen van tippelen

to crochet, to hook {ww.}
haken

I hook
you hook
we hook

ik haak
jij haakt
wij haken
» meer vervoegingen van haken

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
ontroven

I hook
you hook
we hook

ik ontroof
jij ontrooft
wij ontroven
» meer vervoegingen van ontroven

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
afzetter [m] (de ~)

I hook



Gerelateerd aan hook up with

hook - couple - hang - secure - clasp - fasten - conjoin - espouse - get hitched with - get married - marry - wed - fleece - gazump - overchargeattach - clutch - pledge - distribute - betray - take - prostitute - broider - fleece - chiseler