Vertaling van house

Inhoud:

Engels
Nederlands
house, family, household, building {zn.}
geslacht  [o]
huis  [o]
pand [o]
familie  [v]
house, theater, theatre {zn.}
komedie
schouwburg [m] (de ~)
house, theater, theatre {zn.}
theater [o] (het ~)
Let's meet in front of the theater.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
There was a large audience in the theater.
Er was een groot publiek in het theater.
house {zn.}
house [m] (de ~)
house, mansion, planetary house, sign, sign of the zodiac, star sign {zn.}
slang
Slang
house {zn.}
schouwburgpubliek
house, mansion, planetary house, sign, sign of the zodiac, star sign {zn.}
sterrenbeeld [o] (het ~)
teken
house {zn.}
zaal [m] (de ~)
to domiciliate, to house, to put up {ww.}
huisvesten

I house
you house
we house

ik huisvest
jij huisvest
wij huisvesten
» meer vervoegingen van huisvesten

to domiciliate, to house, to put up {ww.}
onderbrengen

I house
you house
we house

ik breng onder
jij brengt onder
wij brengen onder
» meer vervoegingen van onderbrengen

to domiciliate, to house, to put up {ww.}
herbergen

I house
you house
we house

ik herberg
jij herbergt
wij herbergen
» meer vervoegingen van herbergen

family, home, house, household, menage {zn.}
huishouden [o] (het ~)
It must be terribly difficult, running her household on her own after divorcing.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.
business firm, firm, house {zn.}
firma [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm in the house.

Ik ben in het huis.

That house is big.

Dat huis is groot.

The house is haunted.

Het spookt in dat huis.

This is their house.

Dit is hun huis.

This is her house.

Dit is haar huis.

I see the house.

Ik zie het huis.

This is his house.

Dit is zijn huis.

This house is famous.

Dit huis is beroemd.

My house is here.

Mijn huis is hier.

I am in the house.

Ik ben in het huis.

We live in a house.

We wonen in een huis.

Their house is very modern.

Hun huis is zeer modern.

This house has six rooms.

Dit huis heeft zes kamers.

Let's drop by his house.

Laten we even bij hem aanwippen.

I couldn't find his house.

Ik kon zijn huis niet vinden.