Vertaling van house of god

Inhoud:

Engels
Nederlands
house of god, house of prayer, house of worship, place of worship {zn.}
heiligdom [o] (het ~)
bedehuis
to domiciliate, to house, to put up {ww.}
huisvesten

I house
you house
we house

ik huisvest
jij huisvest
wij huisvesten
» meer vervoegingen van huisvesten

to domiciliate, to house, to put up {ww.}
onderbrengen

I house
you house
we house

ik breng onder
jij brengt onder
wij brengen onder
» meer vervoegingen van onderbrengen

to domiciliate, to house, to put up {ww.}
herbergen

I house
you house
we house

ik herberg
jij herbergt
wij herbergen
» meer vervoegingen van herbergen



Gerelateerd aan house of god

house of prayer - house of worship - place of worship - domiciliate - house - put upbuilding - domiciliate - cater