Vertaling van humour

Inhoud:

Engels

Nederlands

humour {zn.}

humor

humour, mood, temper {zn.}

humeur
gemoedsgesteldheid

I'm in a bad mood today.

Ik heb vandaag een slecht humeur.

humour, mood, temper {zn.}

humeur
humor
gemoedsgesteldheid [v]

humour, wit {zn.}

humor

humor, humour, mood, temper {zn.}

temperament [o] (het ~)

humor, humour, wit, witticism, wittiness {zn.}

boutade

humor, humour, wit, witticism, wittiness {zn.}

wisecrack
bon mot
bon-mot
kwinkslag [m] (de ~)

to humor, to humour {ww.}

sparen
ontzien

humor, humour, mood, temper {zn.}

humeur [o] (het ~)
bui [m] (de ~)
luim [m] (de ~)
geestesgesteldheid [v] (de ~)
dispositie
stemming [v] (de ~)