Vertaling van hurt
I hurt
you hurt
we hurt
ik bezeer
jij bezeert
wij bezeren
» meer vervoegingen van bezeren
pijn veroorzaken
bezeren
I hurt
you hurt
we hurt
ik bezeer
jij bezeert
wij bezeren
» meer vervoegingen van bezeren
wonden
verwonden
I hurt
you hurt
we hurt
ik kwets
jij kwetst
wij kwetsen
» meer vervoegingen van kwetsen
I hurt
you hurt
we hurt
ik beschadig
jij beschadigt
wij beschadigen
» meer vervoegingen van beschadigen
I hurt
you hurt
we hurt
ik dupeer
jij dupeert
wij duperen
» meer vervoegingen van duperen
zeer doen
I hurt
you hurt
we hurt
ik benadeel
jij benadeelt
wij benadelen
» meer vervoegingen van benadelen
I hurt
you hurt
we hurt
ik scheld uit
jij scheldt uit
wij schelden uit
» meer vervoegingen van uitschelden
Voorbeelden in zinsverband
Hurt people hurt people.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
My eyes hurt.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Please don't hurt me.
Doe me alsjeblieft geen pijn.
My legs still hurt.
Mijn benen doen nog steeds pijn.
Where does it hurt?
Waar doet het pijn?
It doesn't hurt.
Het doet geen pijn.
My feet hurt.
Mijn voeten doen pijn.
He wouldn't hurt a fly.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
I didn't mean to hurt you.
Ik wou u geen pijn doen.
People who hurt children do not deserve mercy.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.
I told you it was dangerous. The reason you got hurt was because you didn't listen.
Ik heb je gezegd dat het gevaarlijk was. Je raakte gewond omdat je niet heb geluisterd.