Vertaling van hurting
Inhoud:
Engels
Nederlands
hurting, pain {zn.}
pijn
zeer
zeer
My arm is hurting badly.
Mijn arm doet vreselijk pijn.
The pain was unbearable.
De pijn was ondraaglijk.
to damage, to injure, to spoil, to harm, to hurt, to impair, to mutilate, to vitiate {ww.}
Hurt people hurt people.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
to hurt {ww.}
bezeren
to hurt, to afflict, to distress, to grieve, to pain {ww.}
pijn doen
pijn veroorzaken
bezeren
pijn veroorzaken
bezeren
I didn't mean to hurt you.
Ik wou u geen pijn doen.
People who hurt children do not deserve mercy.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.
to ache, to be painful, to hurt {ww.}
pijn doen
zeer doen
zeer doen
to hurt, to wound, to injure, to maul {ww.}
kwetsen
wonden
verwonden
wonden
verwonden
I am hurting