Vertaling van idea
denkbeeld
begrip
Voorbeelden in zinsverband
No idea.
Geen idee.
I had an idea.
Ik had een idee.
That's my idea.
Dat is mijn idee.
His idea is practical.
Zijn idee is praktisch.
Maybe he liked the idea.
Misschien vond hij het wel een goed idee.
James Madison hated the idea.
James Madison haatte het idee.
I haven't the foggiest idea.
Ik heb geen flauw idee.
That's a really great idea.
Dat is echt een goed idee.
He had a new idea.
Hij had een nieuw idee.
Frankly speaking, I don't like your idea.
Eerlijk gezegd bevalt je idee me niet.
Tom has no idea what to do.
Tom heeft geen idee wat te doen.
Your idea is similar to mine.
Jouw idee is gelijkaardig aan het mijne.
Are you for or against his idea?
Zijn jullie voor of tegen zijn idee?
I have no idea why she got so angry.
Ik heb geen enkel idee waarom zij zo kwaad geworden is.
I had no idea that you were coming.
Ik wist niet dat je zou komen.