Vertaling van image
Inhoud:
Engels
Nederlands
The person on the left ruins the balance of the picture.
De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.
Look at the picture.
Bekijk de afbeelding.
I looked at the picture.
Ik keek naar de afbeelding.
He hung a picture on the wall.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
I don't recognize any of the people in the picture.
Ik herken niemand op de afbeelding
He has a very vivid imagination.
Hij heeft een zeer levendige verbeelding.
A man touched down on the moon. A wall came down in Berlin. A world was connected by our own science and imagination.
Een man landde op de maan. Een muur viel in Berlin. Een wereld werd aaneengesloten door onze wetenschap en verbeelding.
image, persona {zn.}
imago
image
image
image, persona {zn.}
dubbelganger
evenbeeld
evenbeeld
image, persona {zn.}
imago
to envision, to fancy, to figure, to image, to picture, to project, to see, to visualise, to visualize {ww.}
uitbeelden
veraanschouwelijken
visualiseren
verbeelden
neerzetten
veraanschouwelijken
visualiseren
verbeelden
neerzetten
I image
you image
we image
ik beeld uit
jij beeldt uit
wij beelden uit
» meer vervoegingen van uitbeelden
icon, ikon, image, picture {zn.}
afbeelding
plaatje
plaatje
effigy, image, simulacrum {zn.}
avers
beeldzijde
beeldenaar
beeldzijde
beeldenaar
figure, figure of speech, image, trope {zn.}
metafoor
figure, figure of speech, image, trope {zn.}
beeldspraak
troop
trope
troop
trope
epitome, image, paradigm, prototype {zn.}
productiemodel
produktiemodel
prototype
produktiemodel
prototype
epitome, image, paradigm, prototype {zn.}
prototype
epitome, image, paradigm, prototype {zn.}
paradigma
epitome, image, paradigm, prototype {zn.}
stamvorm