Vertaling van impair

Inhoud:

Engels
Nederlands
to damage, to injure, to spoil, to harm, to hurt, to impair, to mutilate, to vitiate {ww.}
beschadigen 
toetakelen
stukmaken
schenden
havenen
bederven 

I impair
you impair
we impair

ik beschadig
jij beschadigt
wij beschadigen
» meer vervoegingen van beschadigen

Hurt people hurt people.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
to deflower, to impair, to mar, to spoil, to vitiate {ww.}
perverteren

I impair
you impair
we impair

ik perverteer
jij perverteert
wij perverteren
» meer vervoegingen van perverteren

to deflower, to impair, to mar, to spoil, to vitiate {ww.}
ontluisteren
ontsieren

I impair
you impair
we impair

ik ontluister
jij ontluistert
wij ontluisteren
» meer vervoegingen van ontluisteren



Gerelateerd aan impair

damage - injure - spoil - harm - hurt - mutilate - vitiate - deflower - maralter - ball up