Vertaling van implant

Inhoud:

Engels
Nederlands
to implant {ww.}
inprenten

I implant
you implant
we implant

ik prent in
jij prent in
wij prenten in
» meer vervoegingen van inprenten

to embed, to implant {ww.}
inlaten

I implant
you implant
we implant

ik laat in
jij laat in
wij laten in
» meer vervoegingen van inlaten

to implant, to plant {ww.}
aanpoten

I implant
you implant
we implant

ik poot aan
jij poot aan
wij poten aan
» meer vervoegingen van aanpoten

to implant, to plant {ww.}
inplanten
implanteren

I implant
you implant
we implant

ik plant in
jij plant in
wij planten in
» meer vervoegingen van inplanten

to embed, to engraft, to imbed, to implant, to plant {ww.}
vestigen
inplanten

I implant
you implant
we implant

ik vestig
jij vestigt
wij vestigen
» meer vervoegingen van vestigen

to embed, to engraft, to imbed, to implant, to plant {ww.}
planten
inplanten

I implant
you implant
we implant

ik plant
jij plant
wij planten
» meer vervoegingen van planten

In March, the ground is still too cold to plant anything in the garden.
In maart is de grond nog te koud om iets in de tuin te planten.
to embed, to engraft, to imbed, to implant, to plant {ww.}
inbedden

I implant
you implant
we implant

ik bed in
jij bedt in
wij bedden in
» meer vervoegingen van inbedden



Gerelateerd aan implant

embed - plant - engraft - imbeddibble - enclose - lay