Vertaling van impossible
onzeker
ondenkbaar
Voorbeelden in zinsverband
Victory is unlikely but not impossible.
Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.
It was impossible to understand his questions.
Het was onmogelijk zijn vragen te begrijpen.
It's impossible to live on that island.
Het is onmogelijk op dat eiland te wonen.
I don't know what the word 'impossible' means.
Ik weet niet wat het woord 'onmogelijk' betekent.
I think it's impossible for us to beat him.
Ik denk dat het onmogelijk is dat wij hem verslaan.
Finishing the report by tomorrow is next to impossible.
Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.
It is impossible that she should have killed herself.
Het is onmogelijk dat ze zelfmoord gepleegd zou hebben.
It is impossible for me to help you.
Ik kan je onmogelijk helpen.
They did not know it was impossible, so they did it.
Ze wisten niet dat het onmogelijk was, dus ze deden het.
It seems that it's impossible to distinguish an obsessional neurosis from an intense love from a biochemical perspective.
Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.
The snow that fell yesterday is no hard-packed snow. It's impossible to make snowballs out of it.
De sneeuw die gisteren is gevallen, is geen paksneeuw. Het is onmogelijk er sneeuwballen van te maken.