Vertaling van infectious

Inhoud:

Engels
Nederlands
catching, contagious, infectious {bn.}
aanstekelijk 
besmettelijk 
verpestend
catching, contagious, infectious, communicable {bn.}
aanstekelijk 
besmettelijk 


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Not all the infectious diseases are contagious.

Niet alle infectieziekten zijn besmettelijk.

Botulism, brucellosis, Lyme-disease and tetanus are infectious, but not contagious diseases.

Botulisme, brucellosen, de ziekte van Lyme en tetanos zijn infectieziekten, maar geen besmettelijke ziekten.


Gerelateerd aan infectious

catching - contagious - communicable