Vertaling van inflammation

Inhoud:

Engels
Nederlands
inflammation {zn.}
ontsteking  [v]
inflammation, redness, rubor {zn.}
inflammatie
ontsteking [v] (de ~)
excitation, excitement, fervor, fervour, inflammation {zn.}
opwinding [v] (de ~)
agitatie [v] (de ~)
She jumped about in excitement.
Ze sprong rond van opwinding.
I was looking for some excitement so I decided to bring the handcuffs.
Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.
firing, ignition, inflammation, kindling, lighting {zn.}
aanmaakhoutje


Gerelateerd aan inflammation

redness - rubor - excitation - excitement - fervor - fervour - firing - ignition - kindling - lightinginborn reflex - feeling