Vertaling van inform
Inhoud:
Engels
Nederlands
to inform, to report, to acquaint, to enlighten, to notify, to advise, to apprise {ww.}
I inform
you inform
we inform
ik licht voor
jij licht voor
wij lichten voor
» meer vervoegingen van voorlichten
to inform, to let know, to acquaint, to announce, to apprise, to convey, to notify, to tell, to advise {ww.}
I inform
you inform
we inform
ik verwittig
jij verwittigt
wij verwittigen
» meer vervoegingen van verwittigen
to inform {ww.}
kennen
I inform
you inform
we inform
ik ken
jij kent
wij kennen
» meer vervoegingen van kennen
to inform {ww.}
verwittigen
informeren
inlichten
informeren
inlichten
I inform
you inform
we inform
ik verwittig
jij verwittigt
wij verwittigen
» meer vervoegingen van verwittigen
to inform {ww.}
voorlichten
I inform
you inform
we inform
ik licht voor
jij licht voor
wij lichten voor
» meer vervoegingen van voorlichten