Vertaling van informal
Inhoud:
Engels
Nederlands
informal {bn.}
informeel
colloquial, familiar, informal {bn.}
familiaar
gemeenzaam
vertrouwd
vertrouwelijk
gemeenzaam
vertrouwd
vertrouwelijk
informal {bn.}
officieus
informeel
inofficieel
niet-ambtelijk
niet-officieel
onofficieel
semi-officieel
informeel
inofficieel
niet-ambtelijk
niet-officieel
onofficieel
semi-officieel