Vertaling van injure
Inhoud:
Engels
Nederlands
to damage, to injure, to spoil, to harm, to hurt, to impair, to mutilate, to vitiate {ww.}
I injure
you injure
we injure
ik beschadig
jij beschadigt
wij beschadigen
» meer vervoegingen van beschadigen
Hurt people hurt people.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
I injure
you injure
we injure
ik dupeer
jij dupeert
wij duperen
» meer vervoegingen van duperen
to harm, to injure {ww.}
letsel toebrengen
kwetsen
kwetsen
I injure
you injure
we injure
ik kwets
jij kwetst
wij kwetsen
» meer vervoegingen van kwetsen
to break down, to injure {ww.}
onklaar raken
stukgaan
kapotgaan
stukgaan
kapotgaan
I injure
you injure
we injure
ik ga kapot
jij gaat kapot
wij gaan kapot
» meer vervoegingen van kapotgaan
I injure
you injure
we injure
ik benadeel
jij benadeelt
wij benadelen
» meer vervoegingen van benadelen
to hurt, to wound, to injure, to maul {ww.}
wonden
verwonden
kwetsen
verwonden
kwetsen
I injure
you injure
we injure
ik wond
jij wondt
wij wonden
» meer vervoegingen van wonden
Rub salt in the wound.
Zout in iemands wonden wrijven.