Vertaling van injured
I injured
you injured
he/she/it injured
ik beschadigde
jij beschadigde
hij/zij/het beschadigde
» meer vervoegingen van beschadigen
I injured
you injured
he/she/it injured
ik dupeerde
jij dupeerde
hij/zij/het dupeerde
» meer vervoegingen van duperen
kwetsen
I injured
you injured
he/she/it injured
ik kwetste
jij kwetste
hij/zij/het kwetste
» meer vervoegingen van kwetsen
stukgaan
kapotgaan
I injured
you injured
he/she/it injured
ik ging kapot
jij ging kapot
hij/zij/het ging kapot
» meer vervoegingen van kapotgaan
I injured
you injured
he/she/it injured
ik benadeelde
jij benadeelde
hij/zij/het benadeelde
» meer vervoegingen van benadelen
verwonden
kwetsen
I injured
you injured
he/she/it injured
ik wondde
jij wondde
hij/zij/het wondde
» meer vervoegingen van wonden
Voorbeelden in zinsverband
Nobody was injured.
Niemand was gewond.
She was injured in a car accident.
Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
Tom was injured in a car accident.
Tom is gewond geraakt bij een auto ongeluk.
The girl was badly injured in the traffic accident.
Het meisje was zwaar verwond in het verkeersongeluk.
It was because he was injured that he decided to return to America.
Het was omdat hij gewond was dat hij besloot terug te keren naar Amerika.
We have to rush him to the hospital, he is badly injured.
We moeten hem dringend naar het ziekenhuis brengen, hij is zwaar gewond.
The severely injured man was dead on arrival at the hospital.
De zwaargewonde man was al gestorven bij aankomst in het ziekenhuis.
I can't go out, because I was injured a week ago in an accident.
Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.