Vertaling van inseparable
Inhoud:
Engels
Nederlands
inseparable, indissoluble {bn.}
onafscheidbaar
onafscheidelijk
onafscheidelijk
inseparable {bn.}
onverbrekelijk
onlosmakelijk
onlosmakelijk
inseparable {bn.}
onafscheidelijk
onafscheidbaar
onafscheidbaar
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
They are inseparable.
Zij zijn onafscheidelijk.
Power and money are inseparable.
Macht en geld zijn onafscheidelijk.
He and I have been inseparable friends since our student days.
Hij en ik zijn onafscheidelijke vrienden sinds onze studietijd.