Vertaling van insult

Inhoud:

Engels

Nederlands

to insult, to offend, to hurt, to wrong, to aggrieve, to affront, to miscall {ww.}

uitschelden
verongelijken
grieven
krenken
beledigen

I insult
you insult
we insult

ik scheld uit
jij scheldt uit
wij schelden uit
» meer vervoegingen van uitschelden

to abuse, to insult, to offend, to curse, to revile, to affront {ww.}

beledigen
krenken
affronteren

I insult
you insult
we insult

ik beledig
jij beledigt
wij beledigen
» meer vervoegingen van beledigen

abuse, insult, affront, curse {zn.}

belediging [v]
smaad
affront [o]

Every insult from Joel is just a hidden compliment.

Elke belediging van Joel is eigenlijk een verborgen compliment.

affront, injury, insult, offence {zn.}

belediging [v]
krenking [v]
affront [o]

to affront, to diss, to insult {ww.}

brutaliseren
bruuskeren
schofferen

I insult
you insult
we insult

ik brutaliseer
jij brutaliseert
wij brutaliseren
» meer vervoegingen van brutaliseren

abuse, contumely, insult, revilement, vilification {zn.}

belediging [v] (de ~)
schoffering
kwetsing
krenking [v] (de ~)
insultatie
insult [o] (het ~)
affront