Vertaling van insurance

Inhoud:

Engels
Nederlands
insurance {bn.}
verzekerings-
assurantie-
insurance, assurance {zn.}
verzekering  [v]
assurantie [v]
insurance {zn.}
dekking [v] (de ~)
insurance, insurance policy, policy {zn.}
verzekeringscontract
polis [m] (de ~)
insurance, insurance policy, policy {zn.}
assurantie [v] (de ~)
verzekering [v] (de ~)
insurance, insurance policy, policy {zn.}
verzekeringsbedrijf
verzekeringswezen
verzekeringsbranche
assurance, insurance {zn.}
verzekering 
verzekeren


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I have life insurance.

Ik heb een levensverzekering.

Do you have medical insurance?

Ben je medisch verzekerd?


Gerelateerd aan insurance

assurance - insurance policy - policyguarantee - agreement - sector