Vertaling van intend
voorhebben
voornemens zijn
van plan zijn
I intend
you intend
we intend
ik heb voor
jij hebt voor
wij hebben voor
» meer vervoegingen van voorhebben
bedoelen
I intend
you intend
we intend
ik meen
jij meent
wij menen
» meer vervoegingen van menen
I intend
you intend
we intend
ik versta
jij verstaat
wij verstaan
» meer vervoegingen van verstaan
intenderen
I intend
you intend
we intend
ik bedoel
jij bedoelt
wij bedoelen
» meer vervoegingen van bedoelen
Voorbeelden in zinsverband
I don't intend to be selfish.
Het is niet mijn bedoeling om zelfzuchtig te zijn.
I intend to become a lawyer.
Ik ben van plan advocaat te worden.
I intend to write a letter to Judy.
Ik ben van plan om een brief te schrijven naar Judy.
Maybe I am unhappy, but I don't intend to kill myself.
Ik mag dan wel ongelukkig zijn, maar ik ben niet van plan mezelf te doden.