Vertaling van intercede
Inhoud:
Engels
Nederlands
to intercede, to plead for {ww.}
voorspreken
I intercede
you intercede
we intercede
ik spreek voor
jij spreekt voor
wij spreken voor
» meer vervoegingen van voorspreken
to arbitrate, to intercede, to intermediate, to liaise, to mediate {ww.}
intercederen
bemiddelen
bemiddelen
I intercede
you intercede
we intercede
ik intercedeer
jij intercedeert
wij intercederen
» meer vervoegingen van intercederen