Vertaling van interchange

Inhoud:

Engels

Nederlands

to interchange, to swap, to change, to exchange, to share, to switch, to trade {ww.}

wisselen
ruilen
verruilen
uitwisselen
inwisselen
inruilen

I interchange
you interchange
we interchange

ik wissel
jij wisselt
wij wisselen
» meer vervoegingen van wisselen

Let me exchange seats with you.

Laten we van plaats wisselen.

I would like to exchange this shirt that I bought yesterday.

Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.

to counterchange, to interchange, to transpose {ww.}

altereren

I interchange
you interchange
we interchange

ik altereer
jij altereert
wij altereren
» meer vervoegingen van altereren

to counterchange, to interchange, to transpose {ww.}

transponeren
omzetten

I interchange
you interchange
we interchange

ik transponeer
jij transponeert
wij transponeren
» meer vervoegingen van transponeren

to change, to exchange, to interchange {ww.}

ruilen
omwisselen
omruilen
inwisselen

I interchange
you interchange
we interchange

ik ruil
jij ruilt
wij ruilen
» meer vervoegingen van ruilen

exchange, interchange {zn.}

devies [o] (het ~)
deviezen

exchange, interchange {zn.}

ruiling

exchange, interchange {zn.}

tegenwaarde [v] (de ~)