Vertaling van ironic
Inhoud:
Engels
Nederlands
ironic, wry {bn.}
ironisch
ironic, ironical {bn.}
spottend
ironisch
schimpend
spotachtig
ironisch
schimpend
spotachtig
dry, ironic, ironical, wry {bn.}
droog
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
It's rather ironic.
Het is nogal ironisch.
"Hippopotomonstrosesquipedaliophobia is quite a long word, isn't it?" "Yes, but do you know what it means?" "Actually, I don't." "It means fear of long words." "How ironic."
"Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè?" "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."