Vertaling van is
he/she/it is
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
wezen
he/she/it is
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
uitmaken
vormen
he/she/it is
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
zitten
uithangen
verkeren
ophouden
wezen
bevinden
verwijlen
vertoeven
toeven
pozen
he/she/it is
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
worden
maken
komen
kosten
belopen
bedragen
he/she/it is
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
existeren
he/she/it is
hij/zij/het bestaat
» meer vervoegingen van bestaan
he/she/it is
hij/zij/het huist
» meer vervoegingen van huizen
he/she/it is
hij/zij/het leeft
» meer vervoegingen van leven
Voorbeelden in zinsverband
It is true she is young, but she is wise.
Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.
My name is Romanian; his is American.
Mijn naam is Roemeens, de zijne is Amerikaans.
Here is your dog. Where is mine?
Hier is je hond. Waar is de mijne?
All that which is invented, is true.
Alles wat is uitgevonden, is waar.
This is mine, and this is yours.
Dit is van mij, en dit is van jou.
He is what is called a bookworm.
Hij is wat je noemt een boekenwurm.
"Who is he?" "He is Jim."
"Wie is dat?" "Dat is Jim."
Art is long, life is short.
De kunst is lang, het leven is kort.
While there is life, there is hope.
Zolang er leven is, is er hoop.
She is what is called a genius.
Zij is wat men een genie noemt.
Mario's Pub is where the action is.
Mario's Pub is waar het gebeurt.
Where there is life, there is hope.
Waar er leven is, is er hoop.
My hair is longer than Jane's is.
Mijn haar is langer dan dat van Jane.
Speech is silver, silence is golden.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Saturday is when my father is free.
Zaterdag is mijn vader vrij.