Vertaling van junior
Inhoud:
Engels
Nederlands
junior {zn.}
jeugdspeler
junior {zn.}
adspirant
aspirant
aspirant
junior {zn.}
junioren
junior
junior
junior {zn.}
derdejaars
junior, next-to-last, third-year {bn.}
derdejaars
junior, next-to-last, third-year {bn.}
junior
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Edward is junior to Robert.
Edward is jonger dan Robert.
I am his junior by three years.
Ik ben drie jaar jonger dan hij.