Vertaling van knee
Inhoud:
Engels
Nederlands
Tom has a sore knee.
Tom heeft een zere knie.
Won't you sit on my knee?
Wil je niet op mijn knie zitten?
knee, stifle {zn.}
knie
kniestuk
kniestuk
I played with the baby on my knee.
Ik speelde met de baby op mijn knie.
knee {zn.}
knie
knee, stifle {zn.}
knietje
articulatio genus, genu, human knee, knee, knee joint {zn.}
kniegewricht
articulatio genus, genu, human knee, knee, knee joint {zn.}
knie
knietje
knietje
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Tom has a sore knee.
Tom heeft een zere knie.
Won't you sit on my knee?
Wil je niet op mijn knie zitten?
I played with the baby on my knee.
Ik speelde met de baby op mijn knie.