Vertaling van know
I know
you know
we know
ik weet
jij weet
wij weten
» meer vervoegingen van weten
I know
you know
we know
ik ken
jij kent
wij kennen
» meer vervoegingen van kennen
I know
you know
we know
ik ken
jij kent
wij kennen
» meer vervoegingen van kennen
I know
you know
we know
ik ken
jij kent
wij kennen
» meer vervoegingen van kennen
I know
you know
we know
ik ken
jij kent
wij kennen
» meer vervoegingen van kennen
I know
you know
we know
ik verspeen
jij verspeent
wij verspenen
» meer vervoegingen van verspenen
I know
you know
we know
ik schroef
jij schroeft
wij schroeven
» meer vervoegingen van schroeven
bedvogelen
rammen
wippen
seksen
poepen
vozen
soppen
flensen
emmeren
cohabiteren
coïteren
bonzen
bonken
bibberen
pompen
rampetampen
fleppen
vogelen
fokken
ketsen
kezen
rollebollen
kieren
figuurzagen
knarren
palen
neuken
naaien
vrijen
I know
you know
we know
ik slaap
jij slaapt
wij slapen
» meer vervoegingen van slapen
I know
you know
we know
ik weet
jij weet
wij weten
» meer vervoegingen van weten
vastschroeven
I know
you know
we know
ik schroef aan
jij schroeft aan
wij schroeven aan
» meer vervoegingen van aanschroeven
nemen
pakken
I know
you know
we know
ik beken
jij bekent
wij bekennen
» meer vervoegingen van bekennen
Voorbeelden in zinsverband
Know yourself.
Ken jezelf.
Know thyself.
Ken jezelf.
I know that you know that I know.
Ik weet dat je weet dat ik het weet.
How should I know?
Weet ik veel!
I really don't know.
Ik weet het echt niet.
I don't know him.
Ik ken hem niet.
I know those girls.
Ik ken die meisjes.
No, I don't know.
Nee, ik weet het niet.
We don't know him.
We kennen hem niet.
I know everything.
Ik weet alles.
Everybody must know.
Iedereen moet het weten.
I know him.
Ik ken hem.
I don't know.
Ik weet het niet.
I know only this.
Ik weet alleen dit.
I know your language.
Ik ken jouw taal.