Vertaling van label
Inhoud:
Engels
Nederlands
to label, to tag {ww.}
etiketteren
I label
you label
we label
ik etiketteer
jij etiketteert
wij etiketteren
» meer vervoegingen van etiketteren
label, tag {zn.}
label
etiket
etiket
I label
you label
we label
ik noem
jij noemt
wij noemen
» meer vervoegingen van noemen
They call him Jim.
Ze noemen hem Jim.
People call him Dave.
Mensen noemen hem Dave.
to label, to mark, to tag {ww.}
etiketteren
I label
you label
we label
ik etiketteer
jij etiketteert
wij etiketteren
» meer vervoegingen van etiketteren
to label {ww.}
labelen
I label
you label
we label
ik label
jij labelt
wij labelen
» meer vervoegingen van labelen
label {zn.}
label
label {zn.}
bagagelabel
label
adreskaartje
label
adreskaartje
label {zn.}
label
etiket
etiket
label, recording label {zn.}
label
platenlabel
platenlabel