Vertaling van last
I last
you last
we last
ik houd aan
jij houdt aan
wij houden aan
» meer vervoegingen van aanhouden
I last
you last
we last
ik houd stand
jij houdt stand
wij houden stand
» meer vervoegingen van standhouden
I last
you last
we last
ik continueer
jij continueert
wij continueren
» meer vervoegingen van continueren
I last
you last
we last
ik leef voort
jij leeft voort
wij leven voort
» meer vervoegingen van voortleven
I last
you last
we last
ik leef
jij leeft
wij leven
» meer vervoegingen van leven
they last
zij duren
» meer vervoegingen van duren
Voorbeelden in zinsverband
He breathed his last.
Hij blies z'n laatste ademtocht uit.
I moved last month.
Ik verhuisde een maand geleden.
His father died last year.
Zijn vader is vorig jaar overleden.
This is the last straw.
Dit is de druppel.
They set out last night.
Gisteravond zijn ze vertrokken.
It was raining last night.
Het heeft geregend vannacht.
Were you tired last night?
Was je gisteravond moe?
He visited Kyoto last year.
Hij bezocht Kyoto vorig jaar.
His son died last year.
Zijn zoon is het afgelopen jaar gestorven.
Cobbler, stick to your last.
Schoenmaker blijf bij uw leest.
He stopped smoking last year.
Hij stopte met roken vorig jaar.
Imports exceeded exports last year.
De invoer was groter dan de uitvoer vorig jaar.
He changed school last year.
Hij veranderde van school vorig jaar.
This is the last time.
Dit is de laatste keer.
Shoemaker, stick to your last.
Schoenmaker, houd u bij uw leest.