Vertaling van laughter
Inhoud:
Engels
Nederlands
laughter, hilarity, mirth {zn.}
hilariteit
lachbui
gelach
lachbui
gelach
laugh, laughter {zn.}
gelach
laugh, laughter {zn.}
lach
He laughed a merry laugh.
Hij lachte een vrolijke lach.
Her laughter echoed through the house.
Haar lach galmde door het huis.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
He burst into laughter.
Hij barstte in lachen uit.
Her laughter echoed through the house.
Haar lach galmde door het huis.