Vertaling van learn
aanleren
I learn
you learn
we learn
ik leer
jij leert
wij leren
» meer vervoegingen van leren
I learn
you learn
we learn
ik verneem
jij verneemt
wij vernemen
» meer vervoegingen van vernemen
meester worden
I learn
you learn
we learn
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
I learn
you learn
we learn
ik achterhaal
jij achterhaalt
wij achterhalen
» meer vervoegingen van achterhalen
I learn
you learn
we learn
ik memoriseer
jij memoriseert
wij memoriseren
» meer vervoegingen van memoriseren
onderwijzen
geven
onderrichten
doceren
I learn
you learn
we learn
ik geef les
jij geeft les
wij geven les
» meer vervoegingen van lesgeven
opsteken
meenemen
ondervinden
I learn
you learn
we learn
ik leer
jij leert
wij leren
» meer vervoegingen van leren
I learn
you learn
we learn
ik vind uit
jij vindt uit
wij vinden uit
» meer vervoegingen van uitvinden
horen
I learn
you learn
we learn
ik verneem
jij verneemt
wij vernemen
» meer vervoegingen van vernemen
I learn
you learn
we learn
ik leer aan
jij leert aan
wij leren aan
» meer vervoegingen van aanleren
I learn
you learn
we learn
ik ontdek
jij ontdekt
wij ontdekken
» meer vervoegingen van ontdekken
leren
I learn
you learn
we learn
ik breng bij
jij brengt bij
wij brengen bij
» meer vervoegingen van bijbrengen
Voorbeelden in zinsverband
Live and learn.
Leef en leer.
I learn Turkish.
Ik leer Turks.
I didn't learn anything.
Ik heb niets geleerd.
I learn Czech.
Ik leer Tsjechisch.
I want to learn French.
Ik wil graag Frans leren.
We learn English at school.
Wij leren Engels op school.
Where did you learn that?
Waar heb je dat geleerd?
You must learn from mistakes.
Je moet leren van je eigen fouten.
It is never too late to learn.
Het is nooit te laat om te leren.
Nobody is too old to learn.
Niemand is te oud om te leren.
We've got a lot to learn.
We hebben nog veel te leren.
It's fun to learn a foreign language.
Het is leuk om een vreemde taal te leren.
Russian is very difficult to learn.
Russisch is erg moeilijk te leren.
He wants to learn some English songs.
Hij wil graag wat Engelse liedjes leren.
He wants to learn how to cook.
Hij wil leren koken.