Vertaling van leer
Inhoud:
Engels
Nederlands
to make eyes at, to ogle, to stare at, to leer {ww.}
lonken
I leer
you leer
we leer
ik lonk
jij lonkt
wij lonken
» meer vervoegingen van lonken
to leer {ww.}
loeren
I leer
you leer
we leer
ik loer
jij loert
wij loeren
» meer vervoegingen van loeren
to leer {ww.}
gluipen
I leer
you leer
we leer
ik gluip
jij gluipt
wij gluipen
» meer vervoegingen van gluipen
to leer {ww.}
piepen
spieden
loeren
spieden
loeren
I leer
you leer
we leer
ik piep
jij piept
wij piepen
» meer vervoegingen van piepen
leer, sneer {zn.}
grijnslach