Vertaling van licking
Inhoud:
Engels
Nederlands
to lick {ww.}
likken
defeat, licking {zn.}
nederlaag
afstraffing
afstraffing
He accused me of his defeat.
Hij beschuldigde mij van zijn nederlaag.
beating, drubbing, lacing, licking, thrashing, trouncing, whacking {zn.}
pandoering
aframmeling
afranseling
slaag
aframmeling
afranseling
slaag
to figure out, to lick, to puzzle out, to solve, to work, to work out {ww.}
voorrekenen
to figure out, to lick, to puzzle out, to solve, to work, to work out {ww.}
uitvorsen
vorsen
uitvlooien
uitvogelen
uitpuzzelen
uitvissen
uitplussen
uitdokteren
navlooien
napluizen
uitzoeken
vorsen
uitvlooien
uitvogelen
uitpuzzelen
uitvissen
uitplussen
uitdokteren
navlooien
napluizen
uitzoeken
to lap, to lap up, to lick {ww.}
oplikken
to lap, to lick {ww.}
lekken
likken
likken
to lap, to lap up, to lick {ww.}
opslorpen
oplebberen
opslobberen
opslurpen
oplebberen
opslobberen
opslurpen