Vertaling van links course

Inhoud:

Engels
Nederlands
to bind, to connect, to join, to tie, to tie up, to associate, to fasten, to link {ww.}
aansluiten 
binden 
vastbinden
vastmaken 
verbinden 

he/she/it links

hij/zij/het sluit aan
» meer vervoegingen van aansluiten

golf course, links course {zn.}
golfbaan [m] (de ~)
links
golfveld
golfterrein [o] (het ~)
Is there a golf course near here?
Is er een golfbaan in de buurt?
to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
schakelen

he/she/it links

hij/zij/het schakelt
» meer vervoegingen van schakelen

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
verbinden

he/she/it links

hij/zij/het verbindt
» meer vervoegingen van verbinden

The new tunnel will link Britain and France.
De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
betrekken

he/she/it links

hij/zij/het betrekt
» meer vervoegingen van betrekken

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
aaneenschakelen

he/she/it links

hij/zij/het schakelt aaneen
» meer vervoegingen van aaneenschakelen

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
samenkoppelen
koppelen

he/she/it links

hij/zij/het koppelt samen
» meer vervoegingen van samenkoppelen

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
combineren
relateren

he/she/it links

hij/zij/het combineert
» meer vervoegingen van combineren

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
associëren

he/she/it links

hij/zij/het associeert
» meer vervoegingen van associëren

We often associate black with death.
We associëren zwart vaak met de dood.
to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
verbinden
lassen
liëren
voegen

he/she/it links

hij/zij/het verbindt
» meer vervoegingen van verbinden

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
aaneensluiten
aansluiten
passen

he/she/it links

hij/zij/het sluit aaneen
» meer vervoegingen van aaneensluiten

to connect, to join, to link, to link up, to unite {ww.}
aansluiten
aaneensluiten

he/she/it links

hij/zij/het sluit aan
» meer vervoegingen van aansluiten



Gerelateerd aan links course

bind - connect - join - tie - tie up - associate - fasten - link - golf course - link up - colligate - relate - tie in - unitecourse - connect - bring together - associate - attach - lay - fit - fairway - green - tee