Vertaling van live on
I live
you live
we live
ik woon
jij woont
wij wonen
» meer vervoegingen van wonen
I live
you live
we live
ik leef
jij leeft
wij leven
» meer vervoegingen van leven
I live
you live
we live
ik leef voort
jij leeft voort
wij leven voort
» meer vervoegingen van voortleven
I live
you live
we live
ik leef
jij leeft
wij leven
» meer vervoegingen van leven
I live
you live
we live
ik bevolk
jij bevolkt
wij bevolken
» meer vervoegingen van bevolken
bewonen
I live
you live
we live
ik bevolk
jij bevolkt
wij bevolken
» meer vervoegingen van bevolken
bestaan
I live
you live
we live
ik existeer
jij existeert
wij existeren
» meer vervoegingen van existeren
leven
I live
you live
we live
ik besta
jij bestaat
wij bestaan
» meer vervoegingen van bestaan
I live
you live
we live
ik leef
jij leeft
wij leven
» meer vervoegingen van leven
I live
you live
we live
ik blijf over
jij blijft over
wij blijven over
» meer vervoegingen van overblijven
Voorbeelden in zinsverband
I live on the bottom floor.
Ik woon gelijkvloers.
What floor do you live on?
Op welke verdieping woont ge?
I live on the first floor.
Ik woon gelijkvloers.
It's impossible to live on that island.
Het is onmogelijk op dat eiland te wonen.
You can't live on that island.
Je kan niet op dat eiland wonen.
I live on the ground floor.
Ik woon gelijkvloers.