Vertaling van lock
I lock
you lock
we lock
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
sluis
sassluis
schutsluis
spui
kooien
insluiten
I lock
you lock
we lock
ik sluit op
jij sluit op
wij sluiten op
» meer vervoegingen van opsluiten
verstoppen
schuilhouden
I lock
you lock
we lock
ik verstop
jij verstopt
wij verstoppen
» meer vervoegingen van verstoppen
I lock
you lock
we lock
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I lock
you lock
we lock
ik sluit af
jij sluit af
wij sluiten af
» meer vervoegingen van afsluiten
I lock
you lock
we lock
ik sluit weg
jij sluit weg
wij sluiten weg
» meer vervoegingen van wegsluiten
afgrendelen
I lock
you lock
we lock
ik vergrendel
jij vergrendelt
wij vergrendelen
» meer vervoegingen van vergrendelen
koker
kolk
keerdam
schut
barrage
kolksluis
sas
I lock
you lock
we lock
ik grijp ineen
jij grijpt ineen
wij grijpen ineen
» meer vervoegingen van ineengrijpen
haarlok
lok
haarkrul
pijpenkrul
kroesziekte
Voorbeelden in zinsverband
Did you lock the door?
Heb je de deur op slot gedaan?
I'm a lock without a key.
Ik ben een slot zonder een sleutel.
Give me the key to this lock!
Geef me de sleutel van dit slot!
Lock the window before going to bed.
Doe het raam op slot voor je naar bed gaat.