Vertaling van lost
verdwaald
verloren
vervlogen
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
I lost
you lost
he/she/it lost
ik vermagerde
jij vermagerde
hij/zij/het vermagerde
» meer vervoegingen van vermageren
kwijtraken
verspelen
verbeuren
opgeven
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
verslagen worden
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
perplex
sprakeloos
stomverwonderd
stupéfait
verbluft
verbouwereerd
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
achteraankomen
I lost
you lost
he/she/it lost
ik bleef achter
jij bleef achter
hij/zij/het bleef achter
» meer vervoegingen van achterblijven
wegmaken
I lost
you lost
he/she/it lost
ik maakte zoek
jij maakte zoek
hij/zij/het maakte zoek
» meer vervoegingen van zoekmaken
kwijtraken
inschieten
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
I lost
you lost
he/she/it lost
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
he/she/it lost
they lost
hij/zij/het ontviel
zij ontvielen
» meer vervoegingen van ontvallen
voorbijgaan
ontglippen
ontsnappen
I lost
you lost
he/she/it lost
ik ontging
jij ontging
hij/zij/het ontging
» meer vervoegingen van ontgaan
Voorbeelden in zinsverband
Excuse me, I'm lost.
Pardon, ik ben verdwaald.
I lost consciousness.
Ik viel bewusteloos.
Have you lost weight?
Ben je vermagerd?
I lost my passport!
Ik ben mijn paspoort kwijt!
You'll get lost.
Je zult verdwalen.
I lost my inspiration.
Ik ben mijn inspiratie kwijt.
Are you lost?
Bent u verdwaald?
I've lost my passport!
Ik ben mijn paspoort kwijt!
I've lost my keys.
Ik heb mijn sleutels verloren.
I lost my watch.
Ik ben mijn horloge verloren.
I lost my key.
Ik heb mijn sleutel verloren.
They lost the battle.
Ze hebben het gevecht verloren.
I lost my keys.
Ik heb mijn sleutels verloren.
Tom lost the race.
Tom verloor de race.
I haven't lost any weight.
Ik heb geen gewicht verloren.