Vertaling van magician
Inhoud:
Engels
Nederlands
magician, conjurer {zn.}
goochelaar
I have a friend whose father is a magician.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
enchanter, magician, sorcerer, warlock, wizard {zn.}
tovenaar
tjsoener
heksenmeester
toveraar
duivelskunstenaar
tjsoener
heksenmeester
toveraar
duivelskunstenaar
Are you a wizard?
Ben je een tovenaar?
I want to be a magician.
Ik wil een tovenaar zijn.
magician, necromancer, sorcerer, thaumaturge, thaumaturgist, wizard {zn.}
tovenaar
tovenares
magiër
heksenmeester
duivelskunstenaar
tovenares
magiër
heksenmeester
duivelskunstenaar
The wizard waved his magic wand and disappeared into thin air.
De tovenaar zwaaide met zijn toverstokje, en verdween in het niets.
conjurer, conjuror, illusionist, magician, prestidigitator {zn.}
goochelaar
illusionist
illusionist
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
I want to be a magician.
Ik wil een tovenaar zijn.
I have a friend whose father is a magician.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.