Vertaling van man
I man
you man
we man
ik beman
jij bemant
wij bemannen
» meer vervoegingen van bemannen
Voorbeelden in zinsverband
Man doesn't eat man.
Mensen eten geen mensen.
Man is a wolf to man.
De mens is een wolf voor de mens.
Who's that man?
Wie is die man?
Man the harpoons!
Beman de harpoenen!
A man must work.
Een mens moet werken.
Get a life, man.
Zoek een leven, man.
The man committed murder.
De man heeft een moord gepleegd.
Man proposes, God disposes.
De mens wikt, God beschikt.
He's already a man.
Hij is al een man.
I'm a free man.
Ik ben een vrije mens.
The man is right.
De man heeft gelijk.
I'm an old man.
Ik ben een oude man.
Clothes make the man.
Kleren maken de man.
A man must be honest.
Een man moet eerlijk zijn.
The old man looked wise.
De oude man zag er wijs uit.