Vertaling van married woman

Inhoud:

Engels
Nederlands
married woman, wife {zn.}
vrouw [v] (de ~)
wijf
echtgenote [v] (de ~)
moeders
gemalin [v] (de ~)
gade [m] (de ~)
eega [m] (de ~)
I love my wife.
Ik hou van mijn vrouw.
How's my wife doing?
Hoe gaat het met mijn vrouw?


Gerelateerd aan married woman

wifebetter half - adult female