Vertaling van marshal
Inhoud:
Engels
Nederlands
marshal {zn.}
maarschalk
to marshal, to mobilise, to mobilize, to summon {ww.}
optrommelen
bijeenroepen
bijeenroepen
I marshal
you marshal
we marshal
ik trommel op
jij trommelt op
wij trommelen op
» meer vervoegingen van optrommelen
He isn't actually the manager.
Hij is eigenlijk niet de manager.
They appointed Mr. White as manager.
Ze hebben meneer White als manager aangesteld.
marshal, marshall {zn.}
baancommissaris
marshal, marshall {zn.}
hofmaarschalk